
| |
Verzamelde jurisprudentie
(last updated: 05 juli 2005)

In mijn praktijk heb ik inmiddels een aantal interessante uitspraken verzameld en welke
niet allemaal gepubliceerd zijn. Om deze toch toegankelijk te maken voor derden, heb ik ze
op deze pagina gezet. Een deel komt van mijn eigen praktijk, een deel komt van andere
advocaten die mij op een door hun behaald resultaat wijzen.
1. Artikel 4:6 Awb en nieuw bewijs
Tevens een uitspraak van de ABRS over toepassing 83 Vw en 4:6 Awb
2. Iran en refugee sur place?
3. Procedures tegen de Raad voor
Rechtsbijstand
4. Procedure inclusief schadevergoeding
5. Te behandelen als zijnde in het bezit van een VTV driejaren
6. Geloofwaardigheid? (en een 8:88 Awb herziening)
7. Discriminatie Koerden, onderzoek?
8. Blank & Zwart, Russische & Congolese, artikel 8
EVRM
9. Opvang van minderjarigen in internaat
10. Familiekwestie, bescherming van homosexuelen door overheid
11. Medische problemen: asiel of regulier?
12. VVTV en artikel 29 lid 1 sub d
13. Smeergeld of omkoping, verstrekken verkeerde informatie?
14. Valse documenten en wie ze inbrengt, wel degelijk
relevant.
15. Onderzoeken naar echtheid/authenciteit van
documenten.
Interessante uitspraken van andere advocaten:
1. driejarentermijn inclusief vier weken na beslissing op bezwaar en
individueel ambtsbericht met succes bestreden (7-5-2004)
2. adequate opvang in Angola onvoldoende gegarandeerd,
doorstroming in opvang is onvoldoende in kaart gebracht (11-5-2004)
3. Soedan, driejaren, minderjarigheid en taalanalyse, twijfel aan
geloofwaardigheid, want engels wordt niet gesproken in Soedan. Rechtbank is het daar niet
mee eens (21-7-2004)
4. Schending van artikel 3 EVRM bij toepassing van 1F
Vluchtelingenvedrag (1-3-2005)

 | Artikel 4:6 Awb en nieuw bewijs
Indien men met nieuw bewijs komt in een asielprocedure, waaruit (mogelijk) blijkt
dat de eerdere stellingen wel als geloofwaardig en aannemelijk moeten worden aangemerkt,
is er de vraag wat dan? Indien men geen lopende procedure meer heeft, uitgeprocedeerd is,
kan men een nieuwe aanvraag indienen. De IND weigert in tegenstelling tot vroeger een
herzieningsbeslissing te nemen. De aanvraag moet in Ter Apel worden ingediend. Daar wordt
dan geoordeeld of er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden. De definitie van dit
criterium is door de Raad van State zeer eng gedefinieerd, waardoor bewijs dat mogelijk al
in de eerdere procedure had kunnen worden overgelegd, niet kan meetellen (volgens mij zal
dit nog strijd met artikel 3 EVRM opleveren). Verder heeft de Afdeling geoordeeld dat
slechts originele documenten als nieuw feit of omstandigheid kunnen worden aangemerkt, een
kopie volstaat niet.
In het AC oordelen over de echtheid van een dagvaarding:
De vraag is dan wie er oordeelt of er sprake is van een origineel document. Bij
een overgelegd arrestatiebevel uit Iran levert dat nu toch tegenstrijdige uitspraken op:
Rb Zwolle, 23 januari 2004, mr. A. Oosterveld: informatie/uitspraken/RbZwolle20040123_1.pdf
Volgens President hoeft er in tegenstelling tot hetgeen is betoogd geen individueel
ambtsbericht te komen of anderszins nader onderzoek te geschieden naar de in de procedure
overgelegde dagvaarding. Het oordeel van de KMar dat de authenticiteit niet nader kan
worden vastgesteld en de opmerkingen van de IND maken dat de dagvaarding niet als novum
kan worden aangemerkt (r.o. 2.6). De dagvaarding dateert overigens van na de uitspraak in
de eerdere procedure.
Rb Zwolle, 23 januari 2004, mr. W.P.M. Elderman: informatie/uitspraken/RbZwolle20040123_2.pdf
Volgens President dient er wel een individueel ambtsbericht of anderszins nader onderzoek
te geschieden naar de in de procedure overgelegde dagvaarding. Omdat de KMar niet over
referentiemateriaal beschikt om de authenciteit vast te stellen, is ondanks diverse
argumenten van de IND toch nader onderzoek door Buitenlandse Zaken geïndiceerd (r.o.
4.7). De dagvaarding dateert overigens van (kort) voor de uitspraak in de eerdere
procedure, maar van na de beslissing op bezwaar in die eerdere procedure.
Rb Zwolle, 23 januari 2004, mr. W.P.M. Elderman: informatie/uitspraken/RbZwolle20030123_3.pdf
Uit deze uitspraak volgt mogelijk de conclusie dat niet het feit dat de KMar slechts
beschikt over beperkt referentiemateriaal doorslaggevend is, want dat was in deze zaak ook
weer aan de orde, maar het feit dat er andere redenen waren om aan de authenciteit te
twijfelen van de overgelegde originele dagvaarding. Als ik deze dagvaarding vergelijk met
andere in andere procedures overgelegde stukken, dan zie ik echter niet op basis waarvan
de slechte inktkwaliteit van de stempel, het handgeschreven invullen en de eenvoudige
opmaak reeds kunnen leiden tot de conclusie dat het document niet authentiek is. Juist de
grote uiteenlopendheid van de in Iran opgemaakte documenten maakt dat die slechts gecheckt
kunnen worden aan de hand van de gehanteerde registratiegegevens, hetgeen bij uitstek een
taak is die slechts in Iran kan worden verricht.
|
 | Wanneer is een nieuw feit nu een nieuw feit? De
Afdeling oordeelde dat de geboorte van een kind een nieuw feit kan zijn dat hangende het
beroep eventueel met 83 Vw kan worden ingebracht, maar dat leidt niet tot de conclusie dat
indien na de asielprocedure in een nieuwe asielaanvraag, nu gebaseerd op de geboorte van
dat kind er geen sprake zou kunnen zijn van een nieuw feit in de zin van artikel 4:6,
enkel en alleen omdat het ook in de asielprocedure op basis van 83 Vw kon worden
meegenomen. (ABRS 12 mei 2003,
pdf, 97 Kb))
|
 | Iran en refugee sur place?
In een uitspraak van 15 januari 2004 heeft de Rechtbank Haarlem nogmaals
bekrachtigd dat de in Nederland ontplooide politieke activiteiten kunnen leiden tot de
conclusie dat er sprake is van vluchtelingenschap. Voorwaarde is dan wel dat die
activiteiten een voortzetting vormen van de activiteiten in het land van herkomst.
informatie/uitspraken/RbHaarlem20040115.pdf
(462 Kb)
In deze uitspraak is het van belang dat deze feiten opkomen na het bestreden besluit en
dat deze in het kader van artikel 83 Vw worden meegenomen. De IND heeft volstaan met
verwijzing naar de eerdere besluiten en daarom is er volgens de Rechtbank sprake van een
motiveringsgebrek. Indien, zo stelt de Rechtbank, ook de IND concludeert van voortgezette
activiteiten, dan moet men rekening houden met de uitspraak van de Rechtbank Almelo van 27
maart 2003 (LJN: AF8102). In die zaak
werd immers gewezen op het opereren van de Iraanse veiligheidsdienst in Nederland en
Duitsland, hetgeen gebaseerd is op rapporten van de AIVD en Amnesty International
|
 | Procedures tegen de Raad voor
Rechtsbijstand:
informatie/uitspraken/RB19990721toevoeging.pdf
Rb Den Bosch, 21 juli 1999
In deze procedure was de vraag enerzijds of een advocaat belang heeft bij het verlenen van
een toevoeging en anderzijds was de vraag of de formulering "ik maak bezwaar"
ook duidt op de rechtzoekende. De Rechtbank oordeelde dat de advocaat geen belang heeft en
dat de formulering ook duidt op de rechtszoekende. Of je als advocaat wel of niet betaald
krijgt, is dus geen belang dat bij de toevoegingsaanvraag een rol speelt. Als advocaat heb
je enkel te maken met de cliënt.
informatie/uitspraken/RB20021004_AWB01_2532.pdf
Rb Den Bosch, 4 oktober 2002
In deze procedure werd wederom uitgemaakt dat de advocaat geen belanghebbende is, hetgeen
ook in het hoger beroep bij de Raad van State werd bevestigd. Omdat de cliënte MOB (werd
op het AZC bedreigd en dook onder zonder zich tijdig bij de VD te melden) ging nadat het
beroep al wel was aangespannen, maar de gronden nog niet waren ingediend, ontstond er een
probleem. Het contact verliep telefonisch en de gronden werden ingediend (moest wel ivm
termijn), zonder dat alsnog een kopie van het W-document was verkregen, of een Verklaring
omtrent Inkomen en Vermogen was afgegeven. Het contact raakte daarna definitief verbroken
en de toevoeging werd geweigerd. Het financieel risico wordt derhalve door zowel de Raad
voor Rechtsbijstand, de Rechtbank en de Raad van State bij de advocaat gelegd, zonder dat
die daartegen beroep kan instellen. Als gevolg hiervan wil ik nu steeds een kopie van het
nieuwe W-document, ook als ik het nog niet nodig heb, en wil tevens dat de asielzoeker een
verklaring omtrent inkomen en vermogen invult en ondertekent. Leve de bureaucratie?
|
 | Procedure inclusief
schadevergoeding:
(Iran, gezinsleven, driejarenbeleid, onvolledig procesdossier)
In deze procedure zijn er twee beroepen gegrond verklaard. De vrouw is eerst aangekomen
met twee kinderen (5-10-1994) en de man is later gekomen met derde kind (4-2-1995). In
deze zaak is uiteindelijke met terugwerkende kracht een driejaren-VTV verleend, als gevolg
waarvan een schadevergoeding is gevraagd, welke eerst is afgewezen en na gegrondverklaring
bij de Rechtbank, alsnog (deels) toegekend en na een nieuw besluit (eerst nog allerlei
betalingsbewijzen overleggen) uiteindelijk betaald in april 2003.
informatie/uitspraken/RB20020624iran.pdf
(schadevergoeding, Rb Den Bosch 24-6-2002)
... (gegrond, Rb Den Bosch 19 november 1998)
informatie/uitspraken/RB19980202iran.pdf
(gegrond, dossier onvolledig, Rb Den Bosch 2-2-1998)
|
 | Te behandelen als zijnde in het bezit
van een VTV driejaren:
informatie/uitspraken/AWB00_2379_vv_20000531_vtv3jaren.pdf
Rb Den Bosch, 31 mei 2000, Rusland
Dit is mijn grootste kater ooit geworden. Ondanks de naar mijn mening duidelijke
bewoordingen van deze Rechter, die ook al het
eerdere beroep in de procedure behandeld had, heeft later een andere rechter in beroep
op weer een afwijzende beslissing van de IND, alsnog geoordeeld dat er helemaal geen
sprake was van driejaren tijdsverloop, want in de aanvraag (12-6-1996) zelf stond niet
letterlijk vermeld: klemmende redenen van humanitaire aard. Dat dit uit alle stukken
verder wel duidelijk was, inclusief het proces-verbaal zoals dat bij de aanvraag destijds
door de Vreemdelingendienst was opgemaakt, deed daar volgens de rechter niet aan af. Deze
zaak ligt nu bij een andere advocaat en er is nog steeds geen definitief resultaat, voor
zover bekend.
informatie/uitspraken/CvB20001101AWB00_571.pdf
College van Beroep voor het Bedrijfsleven, 1 november 2000, inschrijven als werkzoekende
Een vereiste voor het krijgen van een Bijstandsuitkering, is dat men ingeschreven staat
als werkzoekende. Cliënte van hiervoor wilde werken en tot die tijd een uitkering krijgen
om van te kunnen leven. Het arbeidsbureau weigerde echter haar in te schrijven als
werkzoekende, want "behandelen als zijnde in het bezit van een
veblijfsvergunning" is niet hetzelfde als een document bezitten waaruit blijkt dat
zij een verblijfsvergunning heeft...
informatie/uitspraken/AWB02_48039_vv_20021210_kameroen.pdf
Rb Rotterdam, 12 december 2002, Kameroen
Net als in de vorige zaak bleek de tekst "te behandelen als zijnde in het bezit van
een verblijfsvergunning" toch weer op problemen te stuiten bij de gemeente
(bijstandsuitkering), het arbeidsbureau (inschrijven als werkzoekende), de belastingdienst
(sofi-nummer) en de sociale verzekeringsbank (kinderbijslag) te stuiten. Werd in de vorige
zaak door de gemeente nog wel soepel omgegaan met dit probleem, hier volgden weer een hele
set aan nieuwe procedures (die overigens zijn ingehaald door het feit dat de IND nu alsnog
een vtv driejarenbeleid heeft afgegeven, mede op basis van TBV 2003/7). Hieraan hangen
uiteraard ook bodemprocedures aan vast, welke ik niet aan U wil onthouden. Nog kan worden
opgemerkt dat in de periode januari-mei er weer discussie optrad over de beschikbaarheid
van adequate psychomedische behandeling in Kameroen. De IND bleef het standpunt handhaven
dat die er wel was, gebaseerd op een verklaring van SOS-International. Dezerzijds werd met
behulp van Artsen Zonder Grenzen en de W.H.O. betoogd dat die hulp er niet is, althans
zeker niet toegankelijk en adequaat (vereiste medicijnen beperkt beschikbaar)
informatie/uitspraken/AWB02_11511_beroep_20021210_kameroen.pdf
(Rb Rotterdam, 12 december 2002)
De vrouw is nagereisd (9-6-1998 in NL), Dublin claim Frankrijk, asiel afgewezen. Nu
aanvraag medisch/humanitair: PTSS, medicatie ivm psychische nood (29-1-1999). In 2003 VTV
gekregen met terugwerkende kracht.
informatie/uitspraken/AWB02_48042_beroep20021210_kameroen_f.pdf
(Rb Rotterdam, 12 december 2002)
De man, sinds 23-7-1994 in Nederland, heeft tweemaal asiel aangevraagd. In tweede
procedure toegegeven dat hij in de eerste procedure niet geheel de waarheid had verteld.
Met verklaring van SDF onderbouwd, maar weer afgewezen. Nu aanvraag medisch/humanitair:
PTSS, medicatie ivm psychische nood (14-6-1999). In 2003 VTV gekregen met terugwerkende
kracht.
|
 | Geloofwaardigheid?
informatie/uitspraken/AWB01_18801_vv_20020529_details.pdf
Rb Utrecht, 29 mei 2002, Azerbeidzjan
In deze procedure is er sprake van het experiment nader gehoren. De asielzoeker werd in de
gelegenheid gesteld zelf zijn asielrelaas op te schrijven, waarna een nader gehoor werd
gehouden. Tegengeworpen werd dat de asielzoeker op bepaalde punten vaag zou zijn gebleven
en daarom niet geloofwaardig. Hetgeen verteld is, is volgens de Rechtbank echter in
overeenstemming met hetgeen bekend is en de rest (vele details) kan niet zonder nader
onderzoek worden tegengeworpen.
Deze procedure is in de bezwaarfase alsnog aan een zogenaamd 1F onderzoek onderworpen. Na
het verstrijken van de driejaren is beslist in bezwaar en is wegens de 1F tevens een
contra-indicatie tegengeworpen voor wat betreft de driejarenclaim. Op het voorblad van de
beschikking wordt expliciet vermeld dat niet zal worden uitgezet naar het land van
herkomst vanwege mogelijke schending van artikel 3 EVRM, maar toch wordt aangezegd
Nederland te verlaten. Tegen deze beslissing is in oktober 2003 bezwaar en beroep
aanhangig gemaakt.
informatie/uitspraken/RbDenHaag_19990429.pdf
Rb Den Haag, 29 april 1999, Irak
Het betreft een herziening op basis van artikel 8:88 Awb van een AC-procedure die negatief
afliep omdat men niet wilde geloven dat de mensen in kwestie wel afkomstig waren uit
Zakho. De redenering van de IND was dat uit het ambtsbericht bleek dat er geen Armeens
Christenen meer waren in Zakho, maar meer nog dat deze mensen wel Armeens Christenen waren
uit Zakho. Ze wisten volgens de IND te weinig over hun geloof en over Zakho, spraken
volgens de IND de verkeerde taal om daar te kunnen overleven.
Met behulp van reeds tot Nederland toegelaten Iraki's uit Zakho die wilden getuigen, welke
personen overigens tot na de getuigenis geen contact hebben gehad met de asielzoekers, kon
het één en ander worden bewezen. Tijdens de zitting bleek overigens dat door één van
de getuigen ook nog een oude foto was opgediept waarop de dochter van dit gezin stond, in
het huis van de getuige in Zakho. Op andere foto's van de getuige wisten de asielzoekers
aan te duiden wie wie was, zo ondermeer de voorganger van de lokale Armeense kerk die in
het koerdisch de kerkdienst deed.
Deze mensen hebben dus ongelooflijk veel geluk gehad dat er alsnog bewijs op tafel kwam,
maar het is wel typerend dat de IND zo gemakkelijk de geloofwaardigheid van asielzoekers
in twijfel kan trekken. Het gebrek aan kennis blijkt hieraan debet.
|
 | Discriminatie Koerden,
onderzoek?
informatie/uitspraken/RB20000117moldavie.pdf
Rb Den Bosch, 17 januari 2000, Moldavië
In deze zaak is uiteindelijk een VTV humanitair afgegeven en is kort daarna tot
Nederlanderschap genaturaliseerd. Hierbij werd eerst nog tegengeworpen dat aangetoond
moest worden dat afstand was gedaan van de Moldavische nationaliteit. Het betreft hier de
zaak waar in een uitspraak (AC-procedure) op een verzoek om een voorlopige voorziening
(2-8-1995), een eerste keer een oordeel is geveld over de Schengen
Uitvoeringsovereenkomst, er was met een Frans visum ingereisd. In 1996 wordt toegezegd
nader onderzoek te doen naar de positie van Koerden, maar nergens blijkt uit dat zulks een
onderzoek ook daadwerkelijk is gedaan.
|
 | Blank & Zwart, Russische &
Congolese, artikel 8 EVRM
informatie/uitspraken/AWB00_74062_beroep_20020311_congo_rusland.pdf
Rb Den Haag, 11 maart 2002, Rusland en Congo-Brazzaville
Door de IND werd geoordeeld dat de man terug kon naar Congo en de vrouw terug naar
Rusland. Over het gemeenschappelijk kind, noch over artikel 8 EVRM werd een oordeel
geveld, want volgens de IND geen positieve verplichting. Rechtbank oordeelde dat er in
deze zaak wel een objectieve belemmering was voor uitoefening van het gezinsleven. Ook dit
was een oude AC-zaak. Zij zijn in 2002 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning om
humanitaire redenen.
|
 | Opvang van minderjarigen in internaat
informatie/uitspraken/AWB01_66074_beroep_20021219_georgie_opvang.pdf
Rb Haarlem, 31 december 2002, Georgië
Door de IND werd geoordeeld dat nu er al eerder verblijf was genoten in een internaat,
aangetoond was dat er afdoende opvang was. Sprake van mensenhandel, volgens de IND commuun
delict, taak van Georgische overheid. Daarnaast onderzoek naar herkomst gefrustreerd.
AMA-beleid getoetst door de Rechtbank. Van een 14-jarige mag en kan niet worden verwacht
dat meer informatie wordt gegeven. Onderzoekstaak IND. In 2003 is de verblijfsvergunning
voortgezet verblijf afgegeven (is inmiddels meerderjarig).
|
 | Familiekwestie, bescherming van
homosexuelen door overheid
informatie/uitspraken/RB20010426syrie.pdf
Rb Den Haag, 9 april 2001, Syrië
De asielzoeker geeft aan dat er problemen zijn ontstaan doordat zijn broer een
"fatwa" heeft uitgesproken omdat men erachter is gekomen dat hij homosexueel
geaard is. Deze door de famile als een "schande" ervaren ontwikkeling kan alleen
maar door zijn dood worden uitgewist en het is de taak van zijn broer om die dood te
bewerkstelligen. De IND geeft aan dat er geen actief vervolgingsbeleid is tegen
homosexuelen, dus dat er bescherming gevraagd kan worden bij de Syrische autoriteiten. In
de Syrische wet wordt homosexualiteit echter nog wel strafbaar gesteld. Ook dit is weer
een toewijzende beslissing in een AC-procedure. De zaak is nog aanhangig, in april 2003 is
een hoorzitting gehouden in de oude bezwaarprocedure en inmiddels is het bezwaar
afgewezen. Een beroepschrift is in augustus 2003 bij de Rechtbank ingediend.
|
 | Medische problemen: asiel of
regulier?
informatie/uitspraken/RB20021219armenie.pdf
Rb Dordrecht, 19 december 2002, Armenië
Op 15 augustus 1999 vraagt dit etnisch gemengd echtpaar asiel aan. In Nederland blijkt de
man intussen zeer ernstige nierinsufficiëntie te hebben. Nierdialyse is noodzakelijk.
Later volgt ook een niertransplantatie (eind 2002). Verdere medische behandeling blijft
echter noodzakelijk. IND stelt zich op het standpunt dat de ziekte al in Armenië aanwezig
geweest moet zijn, wat volgens deskundigen hier onwaarschijnlijk is, geen kans om te
overleven zonder de juiste behandeling. Verder stelt de IND dat gelet op het feit dat ook
tegen hoge bloeddruk medicijnen verkregen kon worden, behandeling voor de nierproblemen
dus ook mogelijk moet zijn. Door het echtpaar wordt aangegeven dat zelfs die
zelfhulpmedicijnen al moeilijk te krijgen waren en dat de nu nodige behandeling niet
verkregen kan worden ivm de etnisch gemengde situatie.
De Rechtbank oordeelt dat artikel 3 EVRM hier getoetst kan en moet worden onder de
b-grond. Dat het ontberen van de vereiste medische behandeling gezien kan worden als
schending van artikel 3 EVRM.
Inmiddels is een verblijfsvergunning verleend.
|
 | VVTV en artikel 29 lid 1 sub d
informatie/uitspraken/RbZwolle031003AWB00_5619.pdf
Rb Zwolle, 3 oktober 2003, Irak
Op 17 december 1996 is asiel aangevraagd. Op 24 september 1998 wordt met terugwerkende
kracht vanaf 17 december 1997 een VVTV afgegeven. Bij beslissing van 11 februari 1999
wordt die weer ingetrokken, waartegen bezwaar wordt gemaakt. Dit bezwaar wordt afgewezen
en op 30 april 2000 wordt beroep ingesteld. Op 14 mei 2003 wordt de beschikking
ingetrokken en een nieuwe beslissing genomen op bezwaar inhoudende dat nu op basis van
artikel 29 lid 1 sub d een verblijfsvergunning wordt verleend met ingang van 25 november
2002.
Ondanks dat de beschikking van 5 april 2000 is ingetrokken, wordt deze toch vernietigd,
samen met de beslissing van 14 mei 2003. Volgens de rechtbank is in strijd gehandeld met
artikel 6:19 Awb, omdat het bezwaar wederom is afgewezen op dezelfde gronden zonder nadere
motivering waarom.
|
 | Smeergeld of Omkoping
informatie/uitspraken/RbBreda20050304smeergeld.pdf
(209 Kb)
Rb Breda, 4 maart 2005, Turkije
Sedert eind 1999 in Nederland. Op 7 juni 2000 verzocht om een verblijfsvergunning
gezinsvorming. Op 4 juli 2000 in het bezit gesteld van de gevraagde verblijfsvergunning.
Verkenging per 21 juli 2001 ingewilligd. Op 10 september 2004 besluit tot intrekking omdat
onjuiste gegevens zouden zijn verstrekt dan wel gegevens achtergehouden. In het dossier
bevinden zich niet de vereist documenten, waaraan de conclusie is verbonden dat ze er
nooit zijn geweest, dat de ambtenaar destijds de verblijfsvergunning ten onrechte heeft
verstrekt.
Volgens Rechtbank eerder vragen omtrent de integriteit van de desbetreffende ambtenaar dan
dat cliënt gegevens heeft achtergehouden of onjuiste gegevens heeft verstrekt. Artikel 8
EVRM wel in geding nu een verblijfsvergunning wordt ingetrokken. De beschikking is
derhalve op twee punten vernietigd: onjuiste grondslag voor intrekking en onjuist oordeel
over 8 EVRM.
|
 | Documenten met tekenen van vervalsing (of
aanpassing)
informatie/uitspraken/RbDB20050412.pdf
(262 Kb)
Rb Den Bosch, 12 april 2005, Iran
Cliënt is sinds november 1999 in Nederland. Zijn asielprocedure is in beroep op 27 april
2004 al eens gegrond verklaard. Diende wel geloofwaardig/aannemelijk te worden geacht.
Cliënt belandt intussen in een strafrechtelijke procedure waar hij wordt beschuldigd van
mensensmokkel e.a. misdrijven. In dat onderzoek stuit men op zijn documenten die allerlei
aanpassingen lijken te vertonen, kleine verschillen in naam en geboortedata. Die
documenten zijn niet in de asielprocedure ingebracht. Door de IND wordt tijdens de
hoorzitting cliënt plotseling met die documenten geconfronteerd. Uiteindelijk wordt
besloten beroep te doen op het zwijgrecht.
De IND wijst verzoek asiel wederom af, wegens ongeloofwaardigheid, want valse documenten
en dus positieve overtuigingskracht vereist.
Rechtbank oordeelt dat nu die niet door de asielzoeker in de asielprocedure zijn
ingebracht, artikel 31 lid 2 sub d niet kan worden toegepast. Ook verder geen afdoende
reden om te komen tot ongeloofwaardigheid.
|
 | Documenten die op echtheid worden
onderzocht
informatie/uitspraken/RbArnhem20050701.pdf
(160 Kb)
Rb Arnhem, 1 juli 2005, Iran
De onderzoeksmethode van de KMar is onvoldoende inzichtelijk. President verzoekt inzage in
de onderliggende stukken en wijst verzoek toe. Het betreft hier een AC-procedure in een
herhaalde aanvraag. Volgens de KMar komen de ingebrachte stukken (in origineel) niet
overeen met de voor die documenten gebruikelijke. Er is in beroep uitvoerig betoogd dat de
gehanteerde onderzoeksmethode niet deugt en nimmer tot de genomen conclusies kan leiden.
|

Interessante uitspraken van andere advocaten:
informatie/uitspraken/RbHaarlem20040507.pdf
(315 Kb)
Rb Haarlem, 7 mei 2004, Turkije, tweeledige uitspraak: asiel en regulier!
Driejarenbeleid: tellen van de relevante termijn tot vier weken na beslissing op
bezwaar
In casu was op 17 november 1999 asiel aangevraagd en is het bezwaar van 23 mei 2000 op 6
november 2002 ongegrond verklaard. Op 3 december 2002 is beroep ingesteld. Op de brief van
18 november 2002 om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning op basis van het
driejarenbeleid werd op 25 november 2002 afwijzend gereageerd, waartegen bezwaar werd
gemaakt en welk bezwaar op 3 februari 2003 ongegrond is verklaard. Op 13 februari 2003 is
hiertegen beroep ingesteld.
Individueel ambtsbericht met succes bestreden
In casu was een deel van de onderliggende stukken geheim gehouden, waartegen bezwaar werd
gemaakt. De Rechtbank vond beperkte kennisname gerechtvaardigd en vervolgens gaf
gemachtigde geen toestemming om op basis van de onderliggende stukken het individueel
ambtsbericht te beoordelen. De Rechtbank ging derhalve uit van de juitsheid van het
ambtsbericht. Door eiser werd er echter op gewezen dat een bepaald stuk, een verklaring
waaruit zou blijken dat eiser werd gezocht, niet in het onderzoek was meegenomen. Uit het
ambtsbericht kon inderdaad niet worden afgeleid dat dit stuk was meegenomen en derhalve
kon niet meer worden volstaan met de conclusie dat dit extra stuk geen verschil zou
uitmaken. Het onderzoek was om die reden onvoldoende zorgvuldig voorbereid.
Met dank aan mr. G.E.M. Later en de Rechtbank Haarlem, voor de heldere formuleringen.
informatie/uitspraken/RbMiddelburg20040511.pdf
(198 Kb)
Rb Middelburg, 11 mei 2004, Angola, adequate opvang niet afdoende aangetoond
Verblijf in het weeshuis van Mulemba is slechts van tijdelijke aard, terwijl in de Vc 2000
en TBV 2003/64 uitgegaan wordt van gegarandeerde opvang tot de meerderjarigheid. De
doorstroming is in tegenstelling tot hetgeen de IND zegt onvoldoende gegarandeerd, en er
had in de ambtshalve toets moeten worden meegenomen waar naartoe de daadwerkelijke
overplaatsing zou gaan plaatsvinden hetgeen nu is nagelaten, dus in strijd met 3:2 en 3:46
Awb.
informatie/uitspraken/RbBreda20040721Soedan.pdf
(427 Kb)
Rb Breda, 21 juli 2004, Soedan, twijfel aan kwaliteit taalanalyse want Engels volgens
andere rapporten wel in Soedan gesproken, in ieder geval in het verleden. Daarom ten
onrechte twijfel aan geloofwaardigheid, daarom ten onrechte driejarenbeleid niet toegepast
en ten onrechte twijfel aan identiteit en leeftijd en ten onrechte frustreren onderzoek
naar adequate opvang tegengeworpen.
Overigens wordt in deze uitspraak wel wat slordig omgegaan met de tekstverwerker. Zo staat
er meerdere malen Angola in plaats van Soedan en ook nationaliteit en identiteit worden
niet even consequent gescheiden. Verder een mooie uitspraak en helder aangaande de
taalproblematiek van (zuid)Soedanezen en de inzet van taalanalisten.
informatie/uitspraken/RbAdam20050301.pdf
(164 Kb)
Rb Amsterdam, 1 maart 2005, Afghanistan, mogelijke schending van artikel 3 EVRM moet
worden getoetst. Poging van de IND om de rechtsgevolgen in stand te laten, falen. De
Rechtbank motiveert uitvoerig waarom het aan de IND is om hier te komen met een nieuwe
beslissing. Het één en ander volgt ook uit de Afdelingsuitspraak van 2 juni 2004 waarbij
is bepaald dat voldoende motivering moet worden gelegd bij de toets aan artikel 3 EVRM
aangezien die een andere (en absolute) norm bevat dan het Vluchtelingenverdrag.
De Rechtbank meent dat het niet aan haar is om het werk van de IND te doen, nog los van de
procedurele complicaties die dat geeft.
|